Voorwaarden vrijheidsbeperking open jeugdzorg

Regelmatig maken wij bij onze audits mee dat in open jeugdzorgsettings maatregelen worden genomen, waar geen wettelijke grondslag voor is. Het blijkt vaak lastig om in een bij vlagen complexe setting met jeugdigen tot maatregelen te komen die de pedsgogische ontwikkeling stimuleren en die niet strijdig zijn met wet- en regelgeving. 

Hieronder hebben we een integrale tekst opgenomen uit een rapportage van de IGJ met daarin de voorwaarden die nodig zijn om eventuele vrijheidsbeperkende maatregelen in te zetten.

"Voor jeugdigen met een psychiatrische aandoening is de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (Wvggz) van toepassing, voor jeugdigen met een verstandelijke beperking is dit de Wet zorg en dwang (Wzd). Daarnaast zouden vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen worden ingezet op grond van toestemming van het kind of de jongere (en/of zijn ouders), zoals bedoeld in artikel 7:450 van de Wet geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo). Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat de vrijheidsbeperkende maatregelen gericht moeten zijn op het vaststellen, genezen of voorkomen van een ziekte. Dit kan bijvoorbeeld bij behandeling van suïcidaliteit of een eetstoornis waarbij een kind of jongere open staat voor behandeling en daar, zonder enige druk van buiten, zelf toestemming voor geeft. Wanneer een kind of jongere deze toestemming intrekt, is de inzet van de vrijheidsbeperkende maatregelen niet meer toegestaan. De Wgbo geldt niet voor jeugdigen die hulp krijgen voor gedragsproblemen, waar geen psychiatrisch ziektebeeld aan ten grondslag ligt. "